AOb: De taal van 2004 ZOTKE? LKKR, VLEKJES!*

Zaten pubers vroeger urenlang aan de telefoon, tegenwoordig msn’en ze via de computer massaal en in een razend tempo met hun vriendjes en vriendinnetjes. Net als bij sms’jes via de mobiel gaat het om korte berichtjes waarin afkortingen als ‘suc6′ (succes) of ‘w8ff’ (wacht even) veelvuldig gebruikt worden. Docenten zien deze afkortingen al terug in het huiswerk. Sommigen spreken er schande van, anderen zien het als een trend die wel weer overgaat. “Misschien dat bepaalde creaties blijven, maar dat is het mooie van taal, die blijft veranderen.”

De favoriete activiteit van leerlingen is msn’en: via de computer in korte berichten met elkaar communiceren. Uit recent onderzoek van bureau IVO onder 680 scholieren blijkt dat negentig procent van de jongeren gebruikmaakt van het chatprogramma msn, 55 procent dagelijks. Vijf procent is zelfs verslaafd en zit meer dan 32 uur per week achter de computer te msn’en. Jongeren zeggen liever via msn contact te hebben met vrienden dan via de mobiel, ook wel sms’en genoemd, al populair bij kinderen van een jaar of tien.

Dat de snelle schrijftaal gevolgen heeft voor het dagelijks taalgebruik is duidelijk. Denk bijvoorbeeld aan het bordje tijdens de herdenkingsdienst voor André Hazes. Maar de afkortingen gaan al zo ver dat je er soms als buitenstaander geen touw meer aan vast kunt knopen. Louis Hilgers besloot daarom het boekje Sms-taal, 1000 maal op de markt te brengen. “Het was eigenlijk vooral voor mezelf bedoeld. Ik dacht dat het wel handig zou zijn om een zo compleet mogelijk woordenboek met sms-afkortingen en emoticons (afbeeldingen zoals smileys) samen te stellen. Ik heb het sms-taal genoemd, maar eigenlijk wordt voor msn’en of chatten dezelfde taal gebruikt. Het boekje richtte zich in eerste instantie op tien- tot zestienjarigen, maar nu blijken juist veel volwassenen er behoefte aan te hebben.” Omdat er dagelijks nieuwe afkortingen bijkomen, vult Hilgers het boekje aan op zijn website www.sms-taal.nl. Al eerder stelde hij als freelance medewerker voor Kennisnet een database samen met alle internetwoorden, te vinden op: internetwoordenboek.kennisnet.nl. Hij houdt de site nog steeds bij en uiteindelijk hoopt de voormalig docent een ‘hybride publicatie’ samen te stellen. “Dat wil zeggen dat het woordenboek twee kanten op werkt. Dat je kunt zoeken bij het woord ‘even’ en dan daarachter ‘ff’ vindt, en andersom.” Hij hoopt dat zijn site het centrale discussiepunt wordt. Verder heeft Hilgers meegewerkt aan een lesbrief over sms-taal. “Ik vind het niet erg dat leerlingen sms-taal in hun teksten gebruiken. Taal is constant in beweging en het is aan de docenten om de leerlingen goed Nederlands bij te brengen. Ik vind het persoonlijk niet erg dat ze in bepaalde werkstukken sms-taal gebruiken. Vaak zie je dat ze in zo’n taal wel hun gevoelens kunnen uiten, ik krijg prachtige gedichten binnen, geschreven in sms-taal. Dat is overigens niet nieuw. Louis Paul Boon deed dat bijvoorbeeld al eerder, spelen met woorden.”

Hype
Niet nieuw – die twee woorden lopen als een rode draad door de reacties. Op internet circuleert nog een lesbrief over de ‘nieuwe hype van dit moment’, het sms’en. De les is bedoeld voor groep 7/8 van de basisschool en legt uit wat sms’en precies is en stimuleert kinderen zelf sms-berichten te schrijven. Jan Wopereis, oud-docent van de pabo Edith Stein in Hengelo, is inmiddels zeventig jaar en heeft de les eind jaren negentig ontworpen. “Ik zag wel aankomen dat het sms’en niet van voorbijgaande aard is. Het idee was om de beginselen heel simpel uit te leggen. De les is onderhand wel overbodig en wat hij nog op internet doet – geen idee. Intussen kunnen kinderen blindelings onder tafel met één vinger berichtjes tikken.” Dat sms-taal invloed heeft op het Nederlands, vindt Wopereis geen verloedering. “Een taal blijft zich ontwikkelen. De brieven in de zeventiende eeuw zagen er heel anders uit dan nu. Ik zie de taal nog wel verder ‘versimpelen’, de digitalisering is nog lang niet voorbij. In dit tijdperk is efficiënt communiceren heel belangrijk, vooral ook omdat er vaak een prijskaartje aan hangt.” Want sms’en kost geld en dus kun je het bericht maar beter zo kort mogelijk houden. Het is volgens Wopereis alleen lastig voor de oudere generatie. Een woordenboekje is dan ook wel handig om je kleinkinderen te kunnen volgen.

Spel
Volgens een artikel in Trouw vorige week komen docenten van middelbare scholen dagelijks sms-taal in teksten tegen. ‘Veel jongeren schrijven inmiddels zo vaak in msn-taal dat zij niet meer weten wat gewoon Nederlands is.’ Onzin, meent Michel Couzijn, docent Nederlands in het havo/vwo en lerarenopleider aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn leerlingen gebruiken sms-taal, maar lang niet altijd en ook niet in dezelfde mate. ‘Ten eerste is er helemaal geen onderzoek gedaan naar opvattingen van leerlingen over msn-taal, elk bewijs ontbreekt dus. Ten tweede blijkt uit het selectief toepassen van msn-taal dat leerlingen wel degelijk registergevoelig zijn. Ook leerlingen maken verschil tussen aantekeningen en een proefwerk’, schrijft Couzijn in een reactie. Als leerlingen sms-taal gebruiken daar waar het ongepast is, rekent hij het fout. ‘Maar bij creatieve schrijfopdrachten, zoals gedichten, kan het een functie hebben. Als een leerling mij een bericht per e-mail stuurt en er staan emoticons of sms-woorden in, denk ik: mooi, die beheerst het register. Niks mis mee. Dat is ook de taal van 2004.’ Een sms-woordenboek kan volgens hem net als een bargoens- of spreekwoordenboek een hulpmiddel zijn om leerlingen het verschil duidelijk te maken tussen ‘gepast’ taalgebruik en de taal van alledag. ‘Leerlingen moeten weten – en voelen – dat jongerentaal en sms-taal ook legitiem zijn, maar niet op elk moment en in elke situatie. Dat laatste weten verreweg de meeste leerlingen allang, maar ze vinden het de sport die grenzen te verkennen. Voor dat spel moet je als leraar gevoel hebben. Als een leerling mij bericht “Meester, Arnon Grunberg sux” zou het vrij ongepast zijn om dat met een rood potlood te verbeteren. Liever voeg ik hem een hartelijk ROTFLOL (rolling on the floor laughing out loud) toe.’

J.A. de Lange uit Barendrecht wijst er in een ingezonden brief aan Trouw nog fijntjes op dat het gebruik van msn-spelling al heel oud is. Denk aan het kortschrift steno met tal van standaardafkortingen, maar ook bij het gebruik van de telex kwam msn-spelling voor. De Lange haalt er zelfs de bijbel bij. ‘In Daniël 5 wordt verteld dat de zin mene, mene tekel ufarsin betekent: God heeft de dagen van uw koningschap geteld en er een einde aan gemaakt, u bent gewogen en te licht bevonden, uw koninkrijk is verdeeld en aan de Meden en Perzen gegeven. Als dat geen msn-spelling is!’

XX-jes
De discussie over verloedering van de taal komt Leonie Cornips, senior-onderzoeker bij het Meertens-instituut, bekend voor. Ze heeft onderzoek gedaan naar de invloed van straattaal (veelal een mengelmoes van Nederlands en andere talen) op het Nederlands. Menig taalpurist was bang dat deze taal, die bepaalde groepen jongeren onder elkaar spreken, ten koste zou gaan van het Nederlands. Ten onrechte, zo blijkt uit onderzoek van Cornips. “Jongeren blijken naast de straattaal het Nederlands heel goed te beheersen. Hoewel er inderdaad geen onderzoek naar is gedaan denk ik dat dat voor sms-taal ook zo geldt: jongeren weten eigenlijk wel wanneer je straattaal of sms-taal kunt gebruiken. Ze zullen niet zo snel tegen de dokter zeggen: ‘Hé fucker, what’s up? ‘ of xx-jes schrijven onder een formele brief. Net als bij straattaal zie je dat een bepaalde leeftijdscategorie jongeren sms-taal gebruikt. De techniek maakt sms nu mogelijk en omdat het duur is, gebruiken jongeren afkortingen. Het is een soort trend.”

Cornips denkt niet dat sms-taal veel invloed zal hebben op het Nederlands. “Misschien dat bepaalde creaties blijven. Woorden die door andere groepen zijn overgenomen en waarvan niemand meer de oorsprong weet. Dat zie je ook bij straattaal, waarin andere talen met Nederlands vermengd worden. Woorden als duku (geld) of lusu (los, weg) worden door anderen ook al gebruikt en misschien ooit in de Van Dale opgenomen. Maar dat is niks nieuws, dat is het mooie van taal die blijft veranderen. Het Frans van begin twintigste eeuw heeft bijvoorbeeld veel meer invloed gehad.”

Minder tijd
Wat vinden de jongeren zelf eigenlijk? Nadat een Schotse leerling vorig jaar een opstel geheel in sms-taal schreef, barstte op Almererulez.nl een heftige discussie los. Lesley Harrijs (19, vijfde klas avond-havo, Almere) heeft er geen goed woord voor over. ‘Het is al erg genoeg dat het op internet en in sms’jes wordt gebruikt, maar op school mag je toch wel verwachten dat ze normale taal gebruiken. Sterker nog, ik vind dat dat geëist moet worden .’ Zelf stuurt hij vaak berichten via zijn mobiel. ‘Maar ik probeer zo compleet mogelijk Nederlands te gebruiken en het grootste deel van mijn vriendengroep doet dat ook. En bij degenen die dit niet doen, zijn de afkortingen makkelijk te raden. Ik stoor me dus niet aan sms-taal, maar zelf gebruik ik het niet (of in ieder geval zo min mogelijk)’, laat hij via de mail weten. Erik Blom (15, Baken Parklyceum in Almere) heeft het vanwege zijn hobby (‘ik basketbal zes keer in de week’) te druk om veel achter de computer te zitten. Hij vindt het eigenlijk wel handig, die afkortingen. ‘Aangezien we steeds minder tijd hebben, zullen dingen steeds sneller gaan. Vroeger typte ik met één vinger nu met tien en maak ik meer spellingsfouten maar dat gaat nou eenmaal sneller. Mensen met wie ik communiceer op msn begrijpen dat. En heus, de spelling verdwijnt echt niet. Op school word ik er dagelijks nog mee doodgegooid en ik weet echt wel wat een lijdend voorwerp is, wanneer je een d of een t moet gebruiken. Alleen na school ga ik mijn eigen gang.’ Jill (17) schrijft op de website: ‘Natuurlijk is het makkelijk om afkortingen te gebruiken, maar je kunt het ook overdrijven. Niet iedereen doet aan sms’en, ik heb zelf geen mobiel en ik snap er vaak ook geen hol meer van. Dat is hetzelfde met chatten en msn’en, er zijn zo veel afkortingen bijgekomen en die moet ik nu allemaal in mijn hoofd stampen om het gesprek te volgen. Echt om gek van te worden.’

Thomas Mittelberg (16, Daltonschool Helen Parkhurst in Almere) gebruikt dagelijks sms-taal . Hij mailt: ‘A ls ik een werkstuk maak dan typ ik soms per ongeluk in sms-taal maar dat verbeter ik dan altijd meteen. A lleen als ik tijdens een toets een vraag niet weet, schrijf ik ‘geen id’ in plaats van ‘geen idee’. Het komt vooral door het sms’en, want dan wil je het zo kort mogelijk houden omdat je maar een bepaald aantal letters hebt.’ Thomas verwacht dat de afkortingen in de toekomst verleden tijd zijn. ‘Binnenkort komt er verandering in, want dan heb je spraakherkenning en dan hoef je helemaal niet meer te typen.’

ZOTKE? LKKR, VLEKJES!*
(Zin om te komen eten? Lekker, veel liefs en kusjes!)

HST? IBZZAEH!


My smmr hols wr CWOT.
B4, we usd 2go2 NY 2C my bro,
his GF & thr 3 :- kds.
ILNY, it’s a gr8 plc.

Het begin van een opstel dat een dertienjarig meisje uit Schotland vorig jaar geheel in sms-taal schreef. Het was tevens de aanleiding voor Louis Hilgers om een zo compleet mogelijk sms-woordenboekje op zakformaat samen te stellen, Sms-taal, 1000 maal. Het boekje bevat meer dan 1500 items. Grappig is dat scholen van dit boekje een eigen uitgave kunnen maken, met een eigen omslag of extra informatie over de school.

De sms-afkortingen staan op alfabetische volgorde. Zo kun je snel de betekenis vinden van afkortingen als BMST (bel me snel terug), DKLW (dat kan leuk worden) of AAND8 (aandacht). En natuurlijk ook HST (hoe is het) en IBZZAEH (ik ben zo ziek als een hond).


De vertaling van het begin van het opstel:
My summer holidays were a complete waste of time.
Before, we used to go to New York to see my brother,
his girlfriend en their three screaming kids.
I love New York, it’s a great place.

Het boekje ‘”Sms-taal, 1000 maal” is voor € 6,95 verkrijgbaar in de boekwinkel. Zie voor meer informatie: www.sms-taal.nl.

Reacties zijn uitgeschakeld.